Als de bonen voldoende gekiemd zijn kan je de soep gaan bereiden. Zet een middelgrote (soep)pan op hoog vuur en voeg de olie toe. Laat een beetje opwarmen voordat je het komijnzaad en de fenegriek toevoegt. Bak deze ongveer twee minuten in de olie alvorens je de ui toevoegt. Fruit dit geheel al roerend ongeveer 5-7 minuten tot de ui glazig is.
Zet het vuur lager en doe de bonen, samen met de gehakte gember en knoflook erbij. Dek de pan af en laat nog 5-7 minuten staan, roer regelmatig door.
Vervolgens voeg je de andere specerijen toe; laurierblad, kaneelschors, kruidnagel, kardemom en zout. Blijf de pot roeren en voeg kurkuma, komijnpoeder, korianderpoeder en chilipoeder toe.
Optioneel: Voor de asafoetida, heb je poeder? Maak dan een papje door een klein beetje water toe te voegen. Verwarm het papje met wat olie en voeg het toe aan de soep. Heb je een mooi blokje weten te bemachtigen? Snij een stukje af met een koksmes en hak dit fijn op een snijplank tot er geen brokjes meer in zitten. Maak ook hierbij een papje met water en verwarm het kort in wat olie alvorens je het aan de soep toevoegt.
Voeg 6 kopjes water toe en breng aan de kook. Laat de soep 30-40 minuten pruttelen.
Voeg de garam masala toe, en breng het geheel eventueel op smaak met nog een beetje zout.
Pak een kleine koekenpan. Warm de ghee op tot deze goed heet is en bak het ajwain zaad aan tot deze licht verkleurt. Doe de ghee-ajwain mix door de soep en roer even door.
Serveer in soepkommen, eventueel met een chapati of papadums, garneer met peterselie of koriander.